|
|
|
- Algemeen
- In het wild leven deze
vogels in Zuid-Oost Azië. Pauwen worden in hoofdzaak als siervogels gehouden.
|
- Rassen
- Blauwe pauw
Groene pauw
Kongopauw
|
- Namen
- Haan - mannelijk dier Hen -
vrouwelijk dier Kuiken - jong
|
- Kenmerken
- Vrouwtjes- en
mannetjespauwen hebben beide kroontjes op de kop. De haan heeft een
glanzend blauwe hals en lange staartveren. Deze sierveren worden bij
het pronken overeind gezet en staan waaiervormig uit elkaar. De vogel
beweegt de vleugels op en neer en "ruist". Dit pronken hoort
bij het paringsspel van de vogels. Het vrouwtje heeft niet zo'n
opvallend verenkleed en ook de lange staart mist ze. In de zomer
begint de rui van de pauwen, die tot het einde van de winter kan
duren. In deze tijd heeft de haan niet zo'n mooi gekleurde staart. Het
geluid van de pauwen; een doordringend
"geschreeuw" is van verre te horen.
|
- Voortplanting
- De pauw is een bodembroeder.
Ze zoekt een rustig plekje onder struiken en legt 3 tot 8 eieren. Na
een broedtijd van 30 dagen komend de kuikens uit het ei. Ze kunnen
meteen met moeder mee op stap (nestvlieders).
|
- Eten en drinken
- Pauwen eten hardvoer dat
bestaat uit een mengsel van verschillende granen, vruchten, bessen,
insecten, wormen en veel groen. Ze krijgen natuurlijk iedere dag vers
water.
|
- Huisvesting
- Op de boerderij lopen pauwen
vrij rond.
|
- Bijzonderheden
- Pauwen nemen graag een
zandbad om zich te ontdoen van eventueel ongedierte.
|
|